Spelling: dictee 1
Zaak 1
Hoorweg | Regelweg | Onthoudweg |
zij komt (via regel) ze ziet(via regel) hij stopt(via regel) hij raast(via regel) ze rent(via regel) hij woont(via regel) het staat(via regel) hij maakt(via regel) hij blijft(via regel) ze besluit(via regel) ze denkt(via regel) ze haalt(via regel) |
ik ga heb jij ze zegt ze vraagt je hebt hij rijdt ze biedt hij schudt hij houdt het wordt |
hij rijdt hij blijft hij houdt |
Regel van de werkwoorden in de tijd van nu:
ik: stam of als jij of je achter het werkwoord staat vb heb je
een ander: stam + t
meervoud: infinitief/stam + en
Zaak 2
Hoorweg | Regelweg | Onthoudweg |
het maakt(via regel) nacht(via regel) acht gegaan geworden vanmorgen |
ik heb (gisteren)avond doodmoe bed hele geslapen (gisteren)avond zeven wekker wakker |
(gisteren)avond |
Zaak 3
Hoorweg | Regelweg | Onthoudweg |
vrolijk enige schuldige datum |
ijskoud benauwd enige datum vrolijk middagpauze |
ijskoud beide terwijl bewijzen middagpauze benauwd paniek kampioen |